Ogen, zien en oogafwijkingen

Ogen, zien en oogafwijkingen

Ieder voorwerp om ons heen weerkaatst licht. Donkere voorwerpen weinig, lichte voorwerpen juist veel. Zien is niets anders dan het opvangen en in de hersenen verwerken van die weerkaatste lichtstralen. Om dat te kunnen, beschikken wij over een ingenieus zintuig met twee belangrijke instrumenten: onze ogen.

1. De werking van de ogen.
2. Bijziendheid
3. Verziendheid
4. Astigmatisme: Uw ogen als een rugbybal
5. Presbyopie: het dichtbij niet goed kunnen zien
5a. Verschillende kwaliteiten multifokale brilleglazen

‘De werking van de ogen’

Het menselijk oog bestaat uit een aantal onderdelen die precies op elkaar afgestemd zijn. Aan
de voorzijde zit het hoornvlies. Dit eerste venster van ons oog biedt bescherming, maar zorgt vooral ook voor de breking van het licht. De lichtstralen vervolgen hun weg in het oog via de pupil. Net als het diafragma van een camera wordt de pupil groter in donkere omstandigheden en heel klein in het felle zonlicht.
Achter de pupil bevindt zich de ooglens. Deze werkt als het autofocus systeem van een fotocamera. Beelden die dichtbij staan kunnen scherp gesteld worden door het boller maken van de ooglens. We noemen dit ‘accommoderen’. Uw ogen moeten bijvoorbeeld gaan accommoderen als u op een wegenkaart kijkt nadat u op een verkeersbord gekeken hebt in de verte.

Via de lens gaan de lichtstralen dieper het oog in en worden uiteindelijk opgevangen op het netvlies.

Emmetroop

Op dit vlies bevinden zich licht gevoelige zenuwcellen die signalen doorzenden naar de hersenen via de oogzenuw. De gele vlek bevat zenuwcellen die ook gevoelig zijn voor kleur (de kegeltjes). Dit is tevens het deel waarmee we details kunnen onderscheiden, zoals het lezen van letters. In de randgebieden van het netvlies bevinden zich de zogenaamde staafjes. Daarmee zien we niet scherp maar deze zijn wel zeer lichtgevoelig zodat ook een voorwerp aan de rand van ons gezichtsveld snel opvalt. Om te kunnen zien wat voor voorwerp het is moeten we onze gele vlek hierop richten door met de ogen en/of het hoofd daar naar toe te draaien. Ons kijksysteem bestaat dus eigenlijk uit twee delen: in het midden een deel voor de details en daaromheen een deel om de omgeving af te scannen. Daarin verschilt ons visuele systeem in principe met bijvoorbeeld een fotocamera.

Om een scherp beeld te krijgen is behalve de goede werking van lens en hoornvlies ook de afstand tussen de lens en het netvlies van belang. De lichtstralen moeten precies op het netvlies gebundeld worden. Ligt het ‘brandpunt’ vóór of achter het netvlies, dan is het beeld onscherp.

‘Bijziendheid: problemen met ver weg zien’

My oop

Bijziendheid begint vaak al tijdens de jeugd. Meestal wordt het op school ontdekt als kinderen
het bord niet goed kunnen lezen. Bij bijziendheid kunt u van dichtbij goed zien, maar in de verte is het beeld wazig. Dat komt omdat de ooglens de binnenkomende lichtstralen te sterk bundelt of dat het oog te lang is. In beide gevallen komen de gebundelde lichtstralen al samen voordat ze het netvlies bereikt hebben.

‘Oplossing: nachtlenzen, negatieve bril, contactlenzen , implantlenzen, laserbehandeling van het hoornvlies’

We kunnen u glazen of lenzen met een negatieve sterkte aanmeten die ervoor zorgen dat de lichtstralen minder sterk gebundeld worden. Lenzen met een “min-sterkte” zijn hol en buigen de lichtstralen naar buiten af. Met een laserbehandeling van het hoornvlies wordt deze minder bol gemaakt waardoor hetzelfde effect ontstaat.

De weg door het oog wordt dan langer zodat het brandpunt precies op het netvlies komt te liggen.
Het is zeer belangrijk dat er niet een te hoge negatieve correctie aangemeten wordt omdat u anders het teveel aan “hol” weer moet gaan compenseren met het boller maken van uw ooglens hetgeen zeer onprettig kan zijn. U wordt dan kunstmatig verziend.

Kinderen, pubers, en adolescenten die bijziend worden adviseren wij om zo snel mogelijk ‘nachtlenzen’ te laten aanmeten. Bijziendheid is in de jeugd meestal progressief. Dat wil zeggen dat de afwijking steeds groter wordt. Nachtlenzen hebben een aangename bijwerking die ervoor zorgt dat naast de correctie van de bijziendheidheid  een stabiliserend effect ontstaat. Het gebeurt slechts weinig dat de bijziendheid van  kinderen die nachtlenzen dragen groter wordt. Wij noemen de nachtlenzen vaak “de beugel voor het oog”. Meer informatie over nachtlenzen klikt u hier.

‘Verziendheid: problemen met dichtbij zien’

Bij verziendheid heeft de lens een te zwakke werking. De lichtstralen worden te weinig gebundeld of het oog zelf is te kort waardoor het beeld achter het netvlies ligt.

Door het boller maken van de ooglens, het accommoderen, kan het menselijke oog dit zelf corrigeren. Maar zoals hierboven uitgelegd is het accommoderen eigenlijk bedoeld om dichtbij te zien. Als we dus constant moeten accommoderen om in de verte te moeten zien dan heeft de ooglens geen ruimte meer om nog verder bol te worden voor het dichtbij zien. Bovendien draaien we onze ogen bij het accommoderen naar elkaar toe om goed op één punt nabij te kunnen zien. Als we dat dus in de verte gaan doen gaan we dubbelzien. Als jonge kinderen dit te lang doen dan schakelen de hersenen een oog uit waardoor er een zogenaamd ‘lui oog’ontstaat.
We kunnen door deze oogafwijking hoofdpijn, branderige ogen en vermoeidheidsklachten krijgen.

‘Oplossing: positieve bril, contactlenzen, implantlenzen, laserbehandeling van het hoornvlies’

We kunnen u glazen of lenzen met een positieve sterkte aanmeten die ervoor zorgen dat de lichtstralen sterker gebundeld worden. Lenzen met een “plus-sterkte” zijn bol en buigen de lichtstralen naar binnen af.

De weg door het oog wordt dan korter zodat het brandpunt precies op het netvlies komt te liggen.
Het aanmeten van deze correctie is lastig omdat een verziende altijd de neiging zal hebben zijn oogafwijking ‘weg te accommoderen’. Door middel van de juiste methodiek tijdens de oogmeting kunnen we meestal de juiste sterkte bepalen. Het kan nodig zijn dat oogdruppels gebruikt moeten worden (Dit onderzoek moet uitgevoerd worden door een optometrist, orthoptist, of oogarts)  gebruikt moeten worden om de accommodatie spier te verdoven zodat er gemeten kan worden zonder de accomodatie. Dit wordt cycloplegie genoemd.

‘Astigmatisme: Uw ogen als een rugbybal ‘

Gemengd astigmatisme:1 brandpunt voor (verticale doorsnede) en 1 achter het netvlies (horizontale doorsnede)

Astigmatisme betekend niet (“a”) puntvormig (“stigma”). Nu is dat natuurlijk een ruim begrip. Ik zal u proberen uit te leggen wat dan nu precies in het oog niet puntvormig is.

Astigmatisme wordt meestal veroorzaakt door het venster van ons oog, het hoornvlies of cornea. Deze is dan niet bolvormig (zoals een stukje van een voetbal) op de plek waar deze dat eigenlijk wel moet zijn. Het ziet er meer uit als een rugbybal. De ene kromming is langer dan de andere kromming. Daardoor krijgt het oog in de doorsnede van de lange kromming een andere sterkte dan die in het vlak van de korte kromming.

Stel dat u een lens maakt in de vorm van een rugbybal om daarmee, door middel van zonnestralen, een krant in brand te steken. Dat gaat niet gemakkelijk want u krijgt nu plots te maken met twee brandpunten. Het zal u dan opvallen dat de lange komming een ander brandpunt heeft dan de korte. (Het zijn ook geen echte punten meer maar meer brandlijnen)

De beelden in een astigmatisch oog worden om dezelfde reden op twee plaatsen helemaal vervormd afgebeeld. Als er sprake is van een verschil tussen beide krommingen van 0.75 Dioptrieën (de “cilinder” noemen wij dat) of groter dan kunnen er kijkklachten ontstaan. Tegenwoordig worden bij brillen cilinders groter dan 0.25 Dioptrieën verwerkt in het bril recept.
Er kunnen nu allerlei combinaties ontstaan. Het ook kan in een vlak bijziend zijn en in het andere verziend. Of bijziend zijn in de ene en nog groter bijziend in de andere. Of verziend zijn in de ene en nog groter verziend in de andere.

Een glas om astigmatische te corrigeren noemen we een torische lens. Deze bestaat uit een bolvormige (sferische) component om de verziendheid of de bijziendheid te corrigeren. Daarnaast is er een astigmatische component die in één doorsnede van de lens een andere sterkte veroorzaakt. In de andere doorsnede van de cilinder is deze helemaal vlak zodat de sterkte van de eerste sferische lens nog steeds geldt.

Er zijn afspraken gemaakt hoe professionals in de oogzorg een astigmatisch brilrecept noteren
Een bril recept met een cilinder ziet er uit zoals in dit voorbeeld: S -1 =C -1.75 as 85°

S betekent: sferisch; Dat is het bolvormige gedeelte van het brillenglas, in dit geval “min” dus bijziende.
= betekent: “gecombineerd met”
C betekent: een cilindervormige lens die in in één richting vlak is (plano of plan) en in de andere richting krom (zoals een buis cilindervormig is), met de vlakke kant in de richting van de “as”.
as betekent De richting(als bij een geodriehoek in graden) van de vlakke kant van de cilinder
(waar dus alleen de sterkte van het sferische gedeelte aanwezig is)

Samengevat: Het brillenglasrecept S -1 =C -1.75 as 85° betekent:

-> De sterkte in de richting 85° is -1 -> Loodrecht daarop (op 175°) is de sterkte -1 – 1.75 = – 2.75

Dit brillenglas bevat dus twee sterktes. In de ene richting is het glas -1 op 85°en in de andere richting op 175° -2.75. Het verschil tussen beide is 1.75 (de cilinder) .

Een brillenglas recept kan ook geschreven worden vanuit de andere kromming.
Dit zelfde glas schrijf je dan zo op: S-2.75=C+1.75 as 175°. Het lijkt anders,maar het is precies hetzelfde.

Presbyopie: Het dichtbij niet meer kunnen zien

Tussen ongeveer het 43e en 48e levensjaar zal de ooglens stugger worden. Voor die leeftijd kon het oog de bolling van de ooglens groter maken (accommoderen) om dichtbij te kunnen zien.
(zie ook “verziendheid”. Daarbij misbruiken we deze functie a.h.w.)

Bij te weinig accommodatie van de ooglens valt het beeld achter het oog in plaats van op het netvlies en zien we dus onscherp. Tenzij we ons leeswerk van ons verwijderen. Want hoe verder we het leeswerk van ons vandaan houden hoe meer het erop lijkt dat we in de verte kijken, hoe minder accommodatie er nodig is. Een veel gebruikte uitspraak is dan: “Mijn ogen zijn nog wel goed, maar mijn armen worden tekort”. We noemen dit presbyopie of met een heel lelijk woord ouderdomsverziendheid.

Om het gemis aan bolling op te vangen kunnen we er nu een bolle(plus) lens voor zetten. Een leesbril is in feite niets anders. In een aangemeten leesbril wordt de eventuele bijziendheid, verziendheid en/of astigmatisme ook verwerkt. Deze twee correcties kunnen eenvoudig bij elkaar opgeteld worden. De bolling die voor nabij zien toegevoegd wordt die toegevoegd wordt noemen we de “additie”.

Voor iemand die bijziend, verziend, of astigmatisch is en die deze correctie ook permanent draagt kunnen er zogenaamde meervoudige brillenglazen gemaakt worden. Het bovenste deel bevat de verte correctie (praktisch gezien het zicht vanaf circa 1 à 1,5 meter). In het onderste gedeelte voegen we de additie toe voor de nabij correctie (het zicht van circa 25 tot 80 cm).
In feite moeten we voor hogere addities de nabij sterkte nogmaals opsplitsen in de kijkafstanden 25-50 cm (lezen) en 50-100 cm (computer, spellen, muziek etc. etc.: de “tussenafstand” )

Een bifocaal glas heeft een zichtbaar leesdeel: “een stukje onderin de bril”. Het bevat alleen de verte- en de leessterkte. Er bestaat ook een trifocaal glas. Deze heeft “twee stukjes in de bril”. Het bevat de verte-, de tussenafstand-, en de leessterkte.

Een multifocaal glas (andere benamingen:variabel, varifocus, Varilux(merknaam),progressief) loopt traploos over van de verte sterkte naar de nabij sterkte. Tevens zijn de leesdelen onzichtbaar zodat dit cosmetisch een zeer mooie oplossing is.

Multifocale glazen zijn op dit moment grofweg in drie kwaliteiten verkrijgbaar:

Kwaliteit I Multifocale glazen met een nog grote mate van vertekening in het verzien gedeelte, een erg smal tussendeel dat ongeschikt is voor computergebruik, en een klein leesdeel. Dit soort glazen zijn soms al verkrijgbaar vanaf circa 50- 100 euro per stuk en worden vaak door grootwinkelbedrijven aangeboden. De techniek is 15 tot 20 jaar oud.

Kwaliteit II Multifocale glazen met een voornamelijk vertekeningsvrij vertegedeelte, een redelijk tussengedeelte, en een redelijk nabijgedeelte. Er zijn mensen die hiermee achter een PC kunnen werken. Garanderen durven wij dat echter absoluut niet. De techniek is 8 to 15 jaar oud. Bij de juiste instructie en gebruik kunnen dit geschikte glazen zijn voor niet teveel geld. Ze zijn vaak te koop tussen ongeveer 150 en 225 euro per stuk.

Kwaliteit III en IV Tenslotte det meest actuele en meest gebruikte multifocale systemen. Door complexe computer simulaties en berekeningen is men in staat de vertekening die ontstaat in de overloop tussen de drie kijkzones zo over het glas te verdelen dat er een praktisch vertekeningsvrij vertedeel ontstaat en een breed tussen- en leesgedeelte. Bovendien is er geen sprake meer van een standaard verloop van verte- naar leesdeel. Bij deze glazen wordt het verloop aangepast aan de kijkgewoonten van de bijziende, de verziende, en de astigmaat.
Een brillenglas van -4 bevat dus een ander opgebouwd leesdeel dan een brillenglas van +4.
Tevens bestaat er de mogelijkheid om door extra metingen aan de vorm van de bril zelf en de stand van de bril op het hoofd de glazen te individualiseren waardoor er een nog beter resultaat ontstaat. Deze glazen, die je ondertussen wel kwaliteit IV zou kunnen noemen, worden over het algemeen gebruikt bij ‘probleem gevallen’ .
Deze meest actuele kwaliteiten zijn verkrijgbaar tussen de 250 en de 500 euro per stuk.