Oogproblemen

Oogproblemen

De werking van de ogen
Veel voorkomende oogafwijkingen
Bijziendheid
Verziendheid
Astigmatisme: Uw ogen als een rugbybal
Presbyopie: het dichtbij niet goed kunnen zien
Dichtbij beter zien met een bril:
• bifocale brillenglazen
• leesbril
• variëteiten in multifocale brillenglazen
• bureaubril

 

Het wonder van de ogen

Ieder voorwerp om u heen weerkaatst licht. Donkere voorwerpen weinig, lichte voorwerpen juist veel. Zien is niets anders dan het opvangen en in de hersenen verwerken van die weerkaatste lichtstralen.  Uw ogen zijn de instrumenten die dit mogelijk maken.

Het menselijk oog bestaat uit onderdelen die precies op elkaar zijn afgestemd. Aan de voorzijde zit het hoornvlies (cornea). Dit venster van het oog biedt bescherming, maar zorgt ook voor de eerste breking van het licht. De lichtstralen vervolgen hun weg in het oog via de pupil. Net als het diafragma van een camera wordt de pupil groter in donkere omstandigheden en heel klein in fel zonlicht.
Achter de pupil bevindt zich de ooglens. Deze werkt als het autofocussysteem van een fotocamera. Beelden die dichtbij staan kunnen scherp gesteld worden door het boller maken van de ooglens. We noemen dit accommoderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als u eerst naar een verkeersbord in de verte kijkt en vervolgens op een wegenkaart.

Via de lens gaan de lichtstralen dieper het oog in en worden uiteindelijk opgevangen op het netvlies. Op het netvlies bevinden zich lichtgevoelige zenuwcellen die signalen doorzenden naar de hersenen via de oogzenuw. De gele vlek (macula), het brandpunt van de stralen, bevat zenuwcellen die gevoelig zijn voor kleur, de kegeltjes. Dit is tevens het deel waarmee u details kunt onderscheiden, zoals letters. In de randgebieden van het netvlies bevinden zich de zogenaamde staafjes. Deze zijn zeer lichtgevoelig, zodat ook een object aan de rand van uw gezichtsveld opvalt. Om te kunnen zien wat voor object het is, draait u uw hoofd en/of ogen in deze richting, ofwel u richt uw gele vlek hierop. Het kijksysteem bestaat dus uit twee delen: in het midden een deel voor de beelden en de details voor u en daaromheen een deel om de omgeving op te merken.

Voor een scherp zicht is een goede werking van lens en hoornvlies van belang, alsmede de afstand tussen lens en netvlies. De lichtstralen moeten precies op het netvlies gebundeld worden. Dit heet Emmetroop. Wanneer het ‘brandpunt’ vóór of achter het netvlies ligt, dan is het beeld onscherp.

De meest voorkomende oogaandoeningen

Afwijkingen aan de ogen kunnen te maken hebben met gezondheidsklachten zoals hoge bloeddruk of diabetes mellitus. Het is belangrijk om deze in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen en te onderkennen, en daarna regelmatig te blijven controleren. Datzelfde geldt voor staar ofwel het vertroebelen van uw ooglens en glaucoom.
De optometrist is gespecialiseerd in het vaststellen van deze aandoeningen, net als het bieden van hulp om ze onder controle te houden, zolang de oogarts er nog niet aan te pas hoeft te komen.

 

Bijziendheid: Problemen met in de verte zien

Je kunt dichtbij goed zien, maar in de verte is het beeld wazig. Dit komt omdat de ooglens de binnenkomende lichtstralen te sterk bundelt of omdat het oog te lang is. In beide gevallen komen de gebundelde lichtstralen al samen voordat ze het netvlies bereikt hebben.

Je bent bijziend. Bijziendheid begint vaak al in de jeugd. Het wordt dikwijls op school ontdekt wanneer een kind niet goed op het bord kan zien.

Oplossing:
nachtlenzen, bril, contactlenzen, implantlenzen, laserbehandeling van het hoornvlies

Glazen of lenzen met een negatieve sterkte zorgen dat de lichtstralen minder sterk gebundeld worden. Lenzen met een min-sterkte zijn hol en buigen de lichtstralen naar buiten af. Een laserbehandeling van het hoornvlies maakt dit minder bol, met hetzelfde effect.

Met deze middelen wordt de weg door het oog langer zodat het brandpunt precies op het netvlies komt te liggen. Het is zeer belangrijk dat negatieve correctie niet te hoog is. Anders moet de ooglens het teveel aan ‘hol’ weer gaan compenseren en dat kan heel onprettig kan zijn.

Voor kinderen en jongeren die bijziend zijn, is het advies zo snel mogelijk nachtlenzen te laten aanmeten. Bijziendheid is in de jeugd meestal progressief. Dat wil zeggen dat de afwijking steeds groter wordt. Nachtlenzen zorgen naast correctie van de bijziendheid voor een stabiliserend effect. Slechts zelden wordt de bijziendheid van kinderen die nachtlenzen dragen groter. Wij noemen de nachtlenzen ook wel ‘de beugel voor het oog’. Klik voor meer informatie over nachtlenzen.

 

Verziendheid: Problemen met dichtbij zien

In de verte ziet u goed, maar dichtbij is het beeld wazig.

Je bent verziend. Bij verziendheid heeft de lens een te zwakke werking. De lichtstralen worden te weinig gebundeld of het oog zelf is te kort. Deze oogafwijking kan hoofdpijn, branderige ogen en vermoeidheidsklachten veroorzaken.

Een verziende hoeft niet altijd wazig te zien. Door het mechanisme voor het dichtbij kijken te “misbruiken” kan de verziende (tot ongeveer zijn 45e levensjaar) toch scherp zien in de verte. Als we dichtbij gaan kijken valt namelijk ook een fractie van een seconde het brandpunt achter het oog. Razendsnel wordt vervolgens de ooglens boller(accomoderen) en zien we scherp voor dichtbij.

Bij een verziende valt altijd het brandpunt achter het oog. Als de verziende in de verte wil zien dan kan je dit gaan corrigeren door net te doen alsof je leest, door te accomoderen dus. Maar als je dat de hele dat moet doen dan kun je daar veel last van krijgen. vaak zelfs al vanaf afwijkingen van S+0.5

Voor het dichtbij kijken draaien de ogen bovendien naar elkaar toe(convergeren). Als je dat in de verte doet, ga je dubbelzien en moeten de oogspieren allerlei extra werk doen om de ogen weer op het juiste punt te richten. Ook dit levert klachten op.

Als jonge kinderen dit te lang doen, kunnen de hersenen één oog uitschakelen. Zo ontstaat een zogenaamd lui oog (amblyopie).

Oplossing:
positieve bril, contactlenzen, implantlenzen, laserbehandeling van het hoornvlies

Glazen of lenzen met een positieve sterkte zorgen dat de lichtstralen minder sterk gebundeld worden. Lenzen met een plus-sterkte zijn bol en buigen de lichtstralen naar binnen af.

De lenzen verkorten de weg door het oog zodat het brandpunt precies op het netvlies komt te liggen.
Het vaststellen van deze afwijking is lastig omdat een verziende altijd de neiging heeft zijn oogafwijking ‘weg te accommoderen’. Daarom is uitgebreid onderzoek nodig. Door middel van de juiste methodiek tijdens de oogmeting kan de optometrist meestal de juiste sterkte bepalen. Tijdens de meting is het mogelijk dat de optometrist of oogarts oogdruppels gebruikt om de accommodatiespier te verdoven en zo kan meten zonder de accommodatie. Dit wordt cycloplegie genoemd.

Astigmatisme: Een combinatie van kijkproblemen

Astigmatisch betekent: niet-puntvormig. Een astigmatisme wordt meestal veroorzaakt doordat het venster van het oog, het hoornvlies, niet bolvormig is op de plek waar dit zou moeten. De vorm lijkt op die van een rugbybal: de ene kromming van het hoornvlies is langer dan de andere. Hierdoor heeft het oog in het vlak van de lange kromming een andere sterkte dan in het vlak van de korte kromming.

Stel, je maakt een lens in de vorm van een rugbybal om daarmee, door middel van zonnestralen, een krant in brand te steken. Dat is moeilijk, want je hebt te maken met twee brandpunten. De lange kromming heeft een ander brandpunt heeft dan de korte. Het zijn eerder brandlijnen dan brandpunten.
De beelden in een astigmatisch oog worden om dezelfde reden op twee plaatsen helemaal vervormd. Als er sprake is van een verschil tussen beide krommingen van 0.75 dioptrie (de ‘cilinder’) of groter, dan kunnen kijkklachten ontstaan. Tegenwoordig worden bij brillen cilinders groter dan 0.25 dioptrie verwerkt in het brilrecept. > laatste zin?

Een astigmatisme kan allerlei combinaties van oogafwijkingen ten gevolg hebben. Bijvoorbeeld het oog kan in één vlak bijziend zijn en in het andere verziend. Of bijziend zijn in het ene en nog meer bijziend in het andere. Of verziend zijn in het ene en nog meer verziend in het andere oog.

Oplossing: Torische lenzen

Een torische lens corrigeert het astigmatisme. Deze bestaat uit een bolvormige (sferische) component om de verziendheid of bijziendheid te corrigeren. Daarnaast is er een astigmatische component die zorgt voor een andere sterkte in één vlak van de lens. In het andere vlak of doorsnede van de cilinder is deze WAT? egaal / neutraal? zodat de sterkte van de eerste sferische lens nog steeds geldt. ?? Het brillenglas bevat dus twee sterktes.

Het brilrecept

Professionals in de oogzorg noteren een astigmatisch brilrecept volgens vaste afspraken. Een brilrecept voor een cilinder ziet er uit zoals in dit voorbeeld:

S -1 = C -1.75 as 85°

  • S sferisch – dat is het bolvormige gedeelte van het brillenglas, in dit geval ‘min’ dus bijziende
  • = gecombineerd met
  • C       een cilindervormige lens die in één richting vlak is (plano of plan) en in de andere richting krom (zoals een buis cilindervormig is), met de vlakke kant in de richting van de as
  • as      de richting (als bij een geodriehoek in graden) van de vlakke kant van de cilinder (met alleen de sterkte van het sferische deel)

Samengevat: Het brillenglasrecept S -1 =C -1.75 as 85° betekent: De sterkte in de richting 85° is -1. Loodrecht daarop (op 175°) is de sterkte -1 – 1.75 = – 2.75.

Dit brillenglas bevat dus twee sterktes. In de ene richting is het glas -1 op 85°en in de andere richting op 175° -2.75. Het verschil tussen beide is 1.75 (de cilinder).

Een brillenglasrecept kan ook geschreven worden vanuit de andere kromming. Het voorbeeld wordt dan: S -2.75 = C +1.75 as 175°. Dit lijkt anders, maar is precies hetzelfde.

Presbyopie: Dichtbij minder goed kunnen zien

Tussen ongeveer het 43e en 48e levensjaar wordt de ooglens stugger. Het oog kan de bolling van de ooglens moeilijker groter maken (accommoderen) om dichtbij te kunnen zien. Bij te weinig accommodatie valt het beeld achter het oog in plaats van op het netvlies en ziet u onscherp. Tenzij  u uw boek, krant of tablet een stukje van u afhoudt. Want hoe verder u het leesvoer van u vandaan houdt, hoe meer dat lijkt op in de verte kijken en hoe minder accommoderen nodig is. Dit heet presbyopie of ouderdomsverziendheid.

[illustratie] “Mijn ogen zijn nog wel goed, maar mijn armen worden te kort.”

Oplossing 1: een leesbril

Een bolle (plus)lens vangt dit probleem op; een leesbril doet in feite niets anders. Een nadeel: u kunt er niet mee in de verte kijken. Andere oogafwijkingen vallen in de leesbril meer op dan in veraf-brillen. Daarom wordt de correctie hiervan in de leesbril verwerkt.

Ook kan de functie van leesbril zo nodig worden toegevoegd aan een bril voor bijziendheid, verziendheid en/of astigmatisme.

Oplossing 2: Bifocaal glas

Draagt u al een bril met vertesterkte? Dan wordt de leessterkte hier middels een bolling ofwel additie aan toegevoegd. U krijgt op maat gemaakte meervoudige brillenglazen. Het bovenste deel bevat de vertecorrectie (het zicht vanaf circa 1 à 1,5 meter) en in het onderste deel wordt de leessterkte toegevoegd voor het zicht van circa 25 tot 50 cm. Er is geen apart middendeel (voor 50 tot 100 cm)
In feite moeten we voor hogere addities de nabije sterkte nogmaals opsplitsen in de kijkafstanden 25-50 cm (lezen) en 50-100 cm (computer, spellen, muziek, de tussenafstand). >>?

Een bifocaal glas heeft een zichtbaar leesdeel, ‘een stukje’ onder in de bril. Het bevat alleen de vertesterkte  en de leessterkte. Een trifocaal glas heeft twee stukjes in de bril en bevat de vertesterkte, de tussenafstandsterkte en de leessterkte.

Oplossing 3: Multifocaal glas

Andere benamingen voor multifocaal glas zijn: variabel, varifocus, Varilux (merknaam) en progressief glas. Het loopt over van de vertesterkte naar de nabij-sterkte. De leesdelen zijn onzichtbaar in het glas, hetgeen er mooi uitziet. Multifocaal glas wordt dan ook meer gebruikt dan bifocaal glas bij een combinatie van sterktes. Welke soorten zijn te koop?

Kwaliteit O

Multifocale glazen in eenvoudige uitvoering, met een nog grote mate van vertekening in het verzien-gedeelte, een erg smal tussendeel dat ongeschikt is voor computergebruik, en een klein leesdeel. Dit glas is op zich goed, maar vraagt een heel precieze aanmeting, wat de toepassing lastig maakt. Dit soort glazen is soms al verkrijgbaar vanaf circa 50 tot 100 euro per stuk. Ze worden vaak door optiekketens aangeboden. De techniek hiervoor werd rond 1980 ontwikkeld, sindsdien is de techniek echter met sprongen vooruit gegaan.

Kwaliteit I

Multifocale glazen met een vertegedeelte dat niet of nauwelijks vertekent, een redelijk goed tussengedeelte en dito nabij-gedeelte. Er zijn mensen die hiermee achter een pc of laptop kunnen werken. Garanderen durven wij dat echter niet. De techniek om de glazen te maken dateert uit circa 1990. Bij de juiste aanpassing, een goede instructie en gebruik kunnen dit geschikte glazen zijn voor niet te veel geld. Ze kosten tussen ongeveer 150 en 225 euro per stuk.

Kwaliteit II

De meest actuele en meest gebruikte multifocale systemen. Met behulp van complexe computersimulaties en berekeningen is de vertekening in de overloop tussen de drie kijkzones zodanig over het glas te verdelen, dat er een vrijwel vertekeningsvrij vertedeel ontstaat en een breed tussen- en leesgedeelte. Bovendien het verloop van verte- naar leesdeel niet standaard, maar op maat aangepast op de kijkgewoonten van de persoon met bijziendheid, verziendheid of astigmatisme.

Een brillenglas van -4 bevat derhalve een leesdeel dat anders is opgebouwd dan dat van een glas van +4.

De glazen hebben dus een breder lees- en computerdeel en zijn met moderne technieken gefabriceerd. Dit betekent dat met meer factoren rekening gehouden kan worden dan bij kwaliteit I. De brillenglazen kosten circa 325 euro per stuk.

Kwaliteit III

Een nog preciezer resultaat wordt bereikt door extra metingen aan de vorm van de bril en door het individualiseren van de stand van de bril op het hoofd. Deze glazen zijn vergelijkbaar met II, echter ze zijn op maat gemaakt voor een ingewikkelde combinatie van factoren ofwel kijkproblemen, dus zeer individueel aangepast. Deze kwaliteit, die je kwaliteit III zou kunnen noemen, wordt over het algemeen gebruikt bij ‘probleemgevallen’.
Bijvoorbeeld een combinatie van leesafwijking +3 ene oog en -2 andere oog, en een variabele verte-afwijking. De getraptheid is nog preciezer, dus nog minder vertekening. Ze kosten circa 425 euro per stuk.

Oplossing 4: een bureaubril

Een bureaubril is een, vaak extra, oplossing voor mensen die een multifocale bril dragen en achter de computer of laptop merken dat ze hun kin omhoog moeten doen om goed te kunnen lezen. Met nekklachten als gevolg wanneer je lang achter het scherm zit. De glazen zijn gemaakt voor goed zien van de tussenafstand van circa 50 tot 100 cm, waar zich het beeldscherm, de bladmuziek of het bordspel bevindt.